Tip Oefenen op Zeekaart
Bengin je aan vaarbewijs twee. Dan is een heel leuk en belangrijk onderdeel het navigeren. Hoe meer je het doet hoe leuker het wordt en hoe beter het gaat. Voor veel opgaven gebruik je de oefen Zeekaart. Voor je begint laat de oefenkaart plastificeren. De opgaven zijn dan prima te maken met de Stabilo point 88 fine 0,4. Bij iedere kantoorboekhandel en de Readshop te koop.
Uittreksel koersen voor vaarbewijs twee
Video hoe zet ik een peiling in de kaart
Navigatie uitgelegd door een Witte Haas
Wendy op de magische sinaasappel
Wendy loopt over het groene gras. De rugzak met haar parachute zit iets te strak op haar rug. Zonder erbij na te denken verstelt ze de banden zodat het precies is zoals ze het wil hebben. Routinematig worden al checks doorlopen voor ze het ronkende eenmotorige vliegtuigje in stapt. Ze is de laatste die instapt en ruikt de geur van mensen. Dicht opeengepakt en sommigen echt heel nerveus. Bij het opstijgen heeft ze een raar gevoel, het lijkt wel of de aarde steeds meer oranje wordt. Ze knippert met haar ogen en ziet het groene gras onder het opstijgende vliegtuig door flitsen. Snel stijgt het vliegtuig, met een brullende motor, door de strakblauwe lucht. Op de juiste hoogte voor een lekkere sprong maakt het vliegtuig een bocht terug naar het vliegveld. Ondanks de routinematige ervaring is er nog steeds die stoot adrenaline, misschien wel de enige reden om zo vaak te springen. De deur wordt geopend en het licht boven de deur gaat op groen. Dan de sprong, groene velden met kleine stipjes schapen en klein beetje grijsblauwe zee. De aarde die aan je trekt waardoor je steeds sneller gaat vallen. De frisse lucht die met 80 km per uur langs je raast. De ruk om de chute te openen. De klap boven je als het nylon zich met een schok vult met lucht, dan kijk je naar beneden om de plaats te zoeken waar je kan landen. Het groene gras is verdwenen, de zee is weg er is alleen een enorme uitgestrekte oranje vlakte. Vaag dringt de geur van vers citrusfruit je neus binnen. Je kijkt omhoog waar je maten zijn? Jij sprong toch als eerste, je ziet er geen één, alleen een vage oranje schijf die wel iets weg heeft van de zon. Je kijkt omlaag en ziet het oranje gebobbelde oppervlak steeds dichterbij komen. Er is zoveel oranje dat het moeilijk is om de juiste afstand tot het oppervlak in te schatten. Iets te laat trek je op zodat de landing harder is dan je had gehoopt. Een warme citruswind neemt jou en je parachute mee en je hebt moeite om alles naar je toe te trekken. Dan zit je stil op die enorme oranje vlakte. Je billen doen nog wat zeer van de klap met je nieuwe oranje omgeving.
Als je opkijkt staat er natuurlijk een spierwitte haas die haast net zo groot is als je zelf bent. Hij staat op zijn achterpoten naar je te kijken. Gelukkig heeft Wendy haar stoute schoenen aan, anders zou ze best zijn geschrokken. Ze kijk naar de haas en de enorme oranje vlakte. Ergens boven haar is nog steeds die grote oranje schijf. Dan dringt het tot haar door, dit was de laatste sprong voor deze dag en nu heeft ze best zin in een koud drankje, ze wil graag naar de kantine van het vliegveld om daar een drankje te kopen.
Met haar stoute schoenen aan loopt ze naar de haas. “dag haas, mag ik je een vraag stellen? De haas knikt bereidwillig. Haas waar ben ik? En kun je mij de weg wijzen? De haas kijkt Wendy doordringend aan. Dag Wendy dat is meer dan een vraag. Ondanks haar stoute schoenen krijgt Wendy een kleur door de scherpzinnigheid van de haas. Voor Wendy van haar verbazing is bekomen gaat de haas verder, Wendy je bent beland op de magische sinaasappel. En de tweede vraag kan ik niet beantwoorden omdat ik niet weet waar je heen wil. Wendy denkt nog steeds aan een heerlijk koud drankje en wil dat aan de haas vragen. Voordat ze dat kan doen voelt ze een warme liefdevolle hazenpoot tegen haar lippen.
Wendy ik zou je de weg kunnen wijzen, maar als ik dan weg ben zou je al heel snel rondjes lopen over deze enorme oranje vlakte. Ik hoop dat je dat snapt, want dit is geen onwil van een eenvoudige haas, maar een bittere constatering. De haas kijkt haar ernstig aan met twee grote zorgzame hazenogen.
Regelmatig loop ik mijn inspectieronde over de magische sinaasappel, en als je het gezellig vindt kun je met me meelopen. Ik weet haast wel zeker dat je na deze verfrissende wandeling heel goed instaat bent om je weg te vinden als ik die wijs.
Wendy denkt na, ze wil liever naar de kantine voor een koud drankje. Maar waar is die kantine? Ze weet zeker dat ze die alleen nooit zal vinden. En ze is helemaal alleen, behalve dan de haas. Het lijkt een aimabele, charismatische haas te zijn en zeker niet onvriendelijk. En zeg nou zelf, eigenlijk heeft ze geen keuze, alleen te blijven zonder hulp is absoluut geen optie.
Wendy heeft tenslotte haar stoute schoenen aan en neemt resoluut, zoals we dat van haar gewend zijn, een beslissing. Haas ik ga met je mee!
Prima zegt de haas ik had het al gehoopt en er misschien wel een beetje op gerekend. Eerlijk gezegd heb ik mij erop verheugd. Hij keek Wendy aan met een oogverblindende glimlach, waarbij zijn enorme snijtanden schitterden in het licht van de oranje schijf.
Laten we dan maar direct gaan, het is een enorme wandeling. We moeten ervoor zorgen dat we wel in een rechte lijn gaan lopen anders komen we er nooit. Direct is de haas verdwenen Wendy kijkt verbaasd om zich heen er is niets maar dan ook niets te zien waar de haas zo snel kon zijn gebleven. De grootsheid van deze enorme hele kale oranje vlakte overvalt haar. Wat als de haas niet terugkomt. Ze zou de haas nu al missen met zijn warme gezellige voorkomen.
Hoi daar ben ik weer. Vanuit het niets staat de haas weer naast haar. Ik laat je toch niet schrikken?” Zegt de haas”. Je moet op deze magische sinaasappel heel goed oppassen wat je denkt, wat dat betreft gebeuren hier vreemde zaken. Zoals het gaat met zaken die eigenlijk niet kunnen denk Wendy aan een haas in de etalage van de poelier, helemaal naakt. En daar stond de haas nu voor haar, het was nu overduidelijk een echte man. Verschrikt slaat hij zijn achterpoten voor zijn buik. Wendy kan nog maar net op tijd denken aan een grote witte IJsbeer. Direct is er een prachtige witte vacht, gelukkig kan Wendy nog net op tijd aan de witte haas denken, voor het helemaal uit de hand zal lopen.
De haas kijkt Wendy streng aan, laten we er vanuit gaan dat dit een slip of de mind is? Wendy kijkt beschaamd naar de haas en kan alleen maar nog beschaamder ja knikken.
De haas heeft een naald bij zich, een stukje zwarte steen en een lege halve sinaasappel. Daarnaast heeft hij nog een uitgeholde tak, waarschijnlijk van een sinaasappelboom. Hij prikt de holle stok in de oranje oppervlakte. Direct stroomt er sap in de halve lege sinaasappel. Hij reikt het Wendy aan. Drink maar leeg, je zal wel dorst hebben gekregen van al dat springen. Terwijl Wendy van het heerlijke koele sinaasappelsap aan het genieten is begint de haas met de zwarte steen langs de naald te strijken. Ik ben de naald aan het magnetisch maken legt de haas uit. Het sap in de magische sinaasappel bevat heel veel ijzer. Bovenin bij het steeltje en onderin bij het kroontje is het meeste ijzer. Ben je klaar met drinken vraagt de haas aan Wendy, ze knikt van ja. Mag ik dan de halve schil van je hebben? Wendy geeft de halve lege schil terug, er zat precies genoeg sap in om haar dorst te lessen. De haas haalt een heel dun rond schijfje hout uit zijn zak, dan vult hij de schil opnieuw met sap. Hij legt heel voorzichtig het ronde schijfje hout op het sap. Daar legt hij de naald bovenop. Direct begint het ronde schijfje te draaien, om dan op 1 punt te blijven staan.
De haas legt het Wendy uit. De grote hoeveelheid ijzer bij het steeltje en bij het kroontje trekken aan deze naald. De naald heb ik met de magneetsteen magnetisch gemaakt zodat deze ijzer aantrekt. Hierdoor zal het puntje van de naald aangetrokken worden door het ijzer bij het steeltje en dus die kant op gaan wijzen. De opening voor de draad zal daardoor naar het kroontje wijzen. De haas haalt een sinaasappel te voorschijn en geeft die aan Wendy. Kijk dit is handig, dan kan je onze tocht volgen. Boven op de sinaasappel zit inderdaad een steeltje met nog een klein blad. Onderin zit het kroontje met een klein groen puntje in het midden.
De haas pakt uit het niets een inktpot met kroontjespen. In het midden tussen het kroontje en het steeltje zet de haas een klein stipje. Hier staan we nu zegt hij met zijn verblindende glimlach. Dan trekt hij vanuit dat puntje een lijntje naar het steeltje. En dan nog een lijntje vanuit het puntje naar het kroontje. Er is nu een rechte lijn (halve cirkel) vanaf het steeltje naar het kroontje. Ik noem dit nu de nullijn zegt de haas en daarom zal deze vanaf nu zo blijven heten. Of ja eigenlijk de nulmeridiaan. Dan draait de haas de sinaasappel die hij aan Wendy heeft gegeven exact een halve slag, zo exact zoals alleen witte hazen dat maar kunnen. Dan tekent hij met zijn pen een hele dunne lijn aan exact de andere kant van de sinaasappel; “van het steeltje naar het kroontje”. Deze lijn (halve cirkel) ligt in het verlengde van de nulmeridiaan ik noem deze meridiaan de meridiaan van 180 graden meridiaan en daarom heet hij ook zo. Wendy ziet de hele mooie dunne streep over de sinaasappel lopen aan de voorkant ziet ze de nulmeridiaan aan de achterkant ziet ze de meridiaan van 180 graden. Hoe gaan we nu lopen vraagt ze aan de haas? Ik begin meestal hier waar we nu staan en dan loop ik naar boven tot aan het steeltje. We kunnen dat ook het Noord steeltje noemen, het is daar aanmerkelijk kouder om dat de oranje schijf daar minder kracht heeft. Ook bij het kroontje heeft de oranje schijf minder kracht hier noemen we het kroontje voor het gemak het zuiden.
Wendy kan het niet laten, waarom lopen we niet zo en ze trekt met haar vinger een denkbeeldige lijn over de sinaasappel precies tussen het steeltje en het kroontje in. De haas neemt de sinaasappel van haar over en trekt de lijn die Wendy net heeft aangegeven. De lijn is op alle plaatsen exact net zover van het steeltje als van het kroontje. De haas knikt dat zouden we kunnen doen Wendy, ik ga het zeker ook doen maar ik weet niet of jij zover met me wil meelopen. Want ik begin altijd met naar het noorden lopen. De haas wijst op de sinaasappel, er staat nu een lijn op die van boven naar onderen loopt en een lijn van links naar recht. De lijn die van links naar recht loopt en die even ver van het steeltje (het noorden) als van het kroontje (het zuiden) is noemen we de Evenaar. We noemen hem ook wel de nul parallel.
Laten we gaan lopen Wendy. Let heel goed op, jij moet de stappen tellen, elke stap die jij met je stoute schoenen zet is exact 1 kilometer, dat kan alleen met hele stoute schoenen.
Wendy krijgt ook de halve sinaasappel en moet erop letten dat ze exact naar het noorden lopen. Dat is nog niet zo eenvoudig tellen en opletten tegelijk. Ze begint bijna van de kook te raken. De haas schiet haar te hulp. Wendy, navigeren of je weg vinden is voor het grootse deel heel goed kijken. Kijk daar precies in het noorden is een bobbel die net wat groter is dan de rest als je daarop afloopt gaat het goed. Als we er zijn zoeken we opnieuw naar een goed oriëntatiepunt. Al doende leert men en met veel oefenen wordt het resultaat steeds beter. Zo verging het Wendy ook en ze durft op een goed moment zelfs weer wat aan de haas te vragen. Haas waarom gaat het lopen zo zwaar? Vraagt Wendy. Dat kun je wel zien op je eigen sinaasappel, we klimmen nu naar het Noorden. Ze lopen nog een paar uur door. Haas wat gebeurt er als we nu te veel naar rechts zouden gaan? Dan zouden we in het oosten belanden. Niet dat dat kwaad kan, maar het is niet het doel van deze tocht. Nog sterker we geven bij het navigeren het oosten een plus. Voor zover ik weet is dat geen waardeoordeel. Zijn er dan ook delen die een min krijgen in de navigatie? vraagt Wendy. Ze moet nu goed oppassen de stappen te blijven tellen. Noord en oost krijgen positief een plus, west en zuid negatief een min. Ik denk dat dit het gevolg is van een paar overspannen rekenwonderen in de middeleeuwen, zegt de haas met een grijns. Laten we maar even rusten en schrijf hier de passen op die je hebt geteld, dan kunnen we die vergelijken met de stappenteller die ik aan je been heb gebonden. Wendy kijk naar beneden en ziet daadwerkelijk een apparaatje aan haar been hangen. Ze kijkt naar het apparaat het is licht van gewicht maar ziet er robuust uit. Tegen een apparaat met witte hazen nauwkeurigheid zal ze nooit op kunnen. Wendy besluit om het stappenteller iets minder serieus te gaan nemen. Die haas weet ook alles wat ze denkt. Wendy je moet goed doorgaan met tellen, om je eigen lijf te leren kennen. Zelfs bij witte hazen zijn niet alle benen even lang laat staan bij mensen. Bij de meeste mensen is het rechterbeen net wat langer en meer gespierd, daardoor gaan mensen op een grote vlakte in een kringetje lopen. Als je weet hoe dat bij jou zit dan kan je dat compenseren en dat scheelt heel veel in de mijlen die je anders te veel zou maken. Wendy kijkt de haas vragend aan, ik geloof dat ik je nu echt niet snap. Ik zal het je laten zien zegt de haas. Neem je magneetnaald en loop naar die berg en tel je stappen. Wendy doet wat haar is opgedragen, na 250 stappen is ze bij het punt. Nu pakt de haas uit het niets een groen sjerp en doet die zo om de ogen van Wendy dat ze alleen nog maar haar beker met magneetnaald kan zien. Ze moet weer de 250 stappen doen. Als de sjerp wordt afgedaan blijkt ze op bijna dezelfde plaats te staan als ze is begonnen. Ze heeft een kringetje gelopen. Zoals het bij de meeste mensen is die rechts zijn georiënteerd zijn, is de rechterhelft van het lichaam meer ontwikkeld dan de linker. Omdat je rechterbeen dus sterker is zet die net een krachtiger pas. En daarom heb jij nu net een rondje links om gelopen. Ook als je op een grote plas sap rechtdoor zou varen volgens de naald, zou je door wind of stroom opzij geduwd kunnen worden en daardoor op een andere plaats uit kunnen komen dan je zou verwachten.
Met haar grote magische stappen gaat het snel, ze verbaast zich dat de haas haar met gemak kan bijhouden. Ze komen steeds hoger op de sinaasappel en dat kan je goed merken, het wordt daardoor ook steeds kouder.
Daarnaast gebeurt er nog iets raars, de naald in de sinaasappel gaat steeds onrustiger bewegen. We komen dichter bij het magnetische noorden legt de haas uit. De naald wordt nu niet alleen naar het noorden aan het oppervlak van de sinaasappel getrokken maar ook naar het noorden binnen in de sinaasappel waar al het ijzer is. We kunnen de naald nu maar beter even vergeten en moeten navigeren met ons horloge.
De haas haalt een groot gouden zakhorloge uit zijn binnenzak dat vast blijft zitten aan een dikke gouden ketting. De haas houdt het horloge horizontaal voor zich. Kijk Wendy we doen dit zo, zorg ervoor dat je horloge exact op tijd loopt anders werkt het niet.
Richt nu de kleine wijzer op de oranje schijf (de Zon). Nu neem je precies de helft tussen de twaalf en de kleine wijzer met de klok mee. En dat is exact het zuiden.
Het is ook logisch want de oranje schijf komt op in het Oosten en staat om twaalf uur in het zuiden en gaat onder in het westen. Als je nog wat wilt rekenen dan het volgende, het lijkt dat de oranje schijf in 24 uur rond de sinaasappel draait. Die rondgang is net als een cirkel 360ᵒ. Dat is dus 360ᵒ in 24 uur. Dat komt dus neer op 360ᵒ: 24uur = 15ᵒ per uur. Dat wil dus zeggen dat de oranje schijf ieder uur 15ᵒ verschuift. Als we op de midden cirkel, de Evenaar zijn werkt het net iets anders, dan richt je de twaalf op de zon en neemt dan de helft tussen de twaalf en de kleine wijzer tegen de richting van de klok in, eigenlijk heel logisch, alles net andersom.
Ze blijven gestaag doorlopen en dan opeens staan ze bovenop de sinaasappel en kijken aan alle zijden naar beneden. Net als of je boven op een berg staat. Wendy is helemaal verbaasd over het uitzicht, heel dun ziet ze de lijntjes over de magische sinaasappel lopen ze ziet hoe de 0 en de meridiaan van 180 graden bij elkaar komen. Ze staat precies in het Noorden en toch met 1 been in het Oosten en met het andere in het Westen. Vlak voor zich is alles oranje wit verder op is alles oranje. Heel diep daar onder in lijkt het of de sinaasappel ophoudt. Heel even denkt ze heel ver onder de sinaasappel misschien wel iets groens te zien.
Wendy raapt wat van het oranje ijs op en steekt het in haar mond. Het heerlijkste sinaasappelijs dat ze ooit heeft geproefd.
Ze kijkt met een blijde blik naar de haas. Die kijkt met een zorgelijke blijk op zijn horloge. Een oor staat nog recht overeind in het andere zit halverwege een knik die zijn zorgelijkheid nog onderstreept. Kom op Wendy we moeten voortmaken, ik ben bang dat we al laat zijn. Misschien moeten we zelfs vervroegd verhazen. Voordat Wendy kan vragen wat dit inhoud haalt de haas vier skies tevoorschijn. Hij geeft één paar aan Wendy die zich erover verbaast dat ze moeiteloos onder haar stoute schoenen passen. De haas doet nog snel een afstandsmeter onder haar skies. Nu doet hij snel zijn hazenskies onder. En voor ze het weet roetsjten ze van de sinaasappel over de meridiaan van 180° richting de evenaar. Nog nooit van haar leven heeft Wendy een dergelijke snelheid ervaren. Zelfs niet in een vliegtuig. Ze kan best wel skiën, maar dit is wel even iets anders. Daarom geeft de witte haas haar dan ook snel een stevige poot, die ze vast kan houden tijdens hun duizelingwekkende afdaling. Het sinaasappelijs stuift om hen heen en geeft daarbij een heerlijke zoet smaak. Dit is spannend, dit is leuk! Veel te snel wordt het ijs dunner en natter. De skies moeten af. Maar daarvoor in plaats komen hazenrollerskates. Dit gaat ook snel maar niet half zo snel als op de skie. Dat wil zeggen dat een normaal vliegtuig heel veel moeite zou moeten doen om ze bij te houden. Iets wat natuurlijk alleen mogelijk is met hele stoute schoenen in combinatie met nog stoutere hazenrolschaatsen.
De haas legt onderweg zijn bezorgdheid uit. Het is een heel warm jaar en het lijkt wel of het elk jaar warmer wordt. Hierdoor rijpen de sinaasappels sneller dan normaal. En als ze rijp zijn dan vallen ze af. Voor die tijd moeten wij ervan af zijn, anders vallen we mee. We kunnen niet te vroeg want dan zijn er nog geen kleine sinaasappels om op te wonen. Te laat, dat kan dus ook niet vandaar dat ik als opzichterhaas voortdurend bezig ben met de toestand van de sinaasappel te beoordelen. Je hebt gemerkt hoe zoet het sap al is, dat is een heel slecht teken. Wendy denkt aan het meest heerlijke sinaasappelijs dat ze nog ooit heeft geproefd. Het zou doodzonde zijn hier weg te moeten. De naald is allang weer krachtig genoeg om te volgen. En dat doen ze dan ook. Het lijkt of het is gaan waaien. Een stevige wind uit het westen. Vandaar dat Wendy ervoor moet zorgen iets meer naar het westen te sturen om de wind te compenseren. Snel begint het nu al warmer te worden. De rugzak met parachute, die ze inmiddels weer netjes had opgevouwen, begint weer te knellen. Dat krijg je van dat heerlijke zoet sinaasappelsap en ijs.
Voor ze het weten zijn ze weer bij de evenaar, maar nu aan de andere kant vanwaar ze begonnen. Daar nemen ze een wat langere rustpauze. De haas is nog steeds ongerust. Ze drinken zoals altijd het sap van de sinaasappel. Te zoet hè? zegt de haas, Wendy vindt van niet, het is heerlijk. Maar ze weet ook dat rijp fruit afvalt en knikt van ja. Wat is de afstand die we nu hebben afgelegd vraagt de haas. Wendy pakt haar noties en begint te rekenen. Eerst het wandelen toen het skiën en daar na het rollerskaten. We zijn nu op de helft van de sinaasappel dus zijn we 180ᵒ rond. Dus moet ik tweemaal de afgelegde afstand nemen om de hele omtrek te vinden. Na even optellen komt Wendy op 20.000 km. De haas kijkt bedenkelijk. We zijn op de helft dus de omtrek van de sinaasappel is nu 40.000 km. Als ik 40.000 deel door 360ᵒ dan heb ik de afstand van één graad, dat is”40.000 km: 360ᵒ= 111,1111111km. Dat is niet de waarde waarmee we hier rekenen, het is te groot. Daarom delen we het nog een keer door zestig dan krijgen we de waarde die de oranje schijf in één minuut aflegt. 111,11111111 km : 60ᵒ = 1,852km. Wij noemen dat de hazenmijl, zoals de hazen lopen. Ik geloof dat jullie het een zeemijl noemen. Wendy heeft last van de sinaasappel, die haas haar had gegeven. Het was een hele bobbel in haar toch al strakke broek. Geef me de sinaasappel zegt de haas. Wendy geeft de sinaasappel aan de haas. De haas pakt een klein mes. Hij maakte een scherpe snede langs de evenaar. Daarna één precies over de 0° meridiaan en toen nog één over de 45° meridiaan. Daarna trekt hij heel voorzichtig vanaf de noordpool naar de evenaar de schil los. Er komt een kwart schil van de sinaasappel af. Deze schil legt hij op zijn hand en geeft er een magische hazen klap op. De schil is op de evenaar hetzelfde gebleven maar op de noordpool opengebarsten in vele kleine delen. Hierdoor is een plat vlak ontstaan waarbij de breedte op de evenaar even groot is als die op de noordpool. De noodpool is eigenlijk een punt dus in werkelijkheid klopt dat niet.
Wendy pakte de schil aan van de haas. Maar haas hoe weet ik nu dan nog de afstand. Dat is een slimme vraag Wendy meet altijd de afstand langs de lijn die loopt van de evenaar naar de noord of zuidpool want die is immers even lang gebleven. Wendy ziet het, de punt die eens noordpool was ze had er zelf gestaan was nu net zo groot als de afstand op de evenaar. Maar de meridianen zijn even lang gebleven. De haas gaat verder, dit partje van de evenaar tot de noordpool is 90 graden. We hebben het sommetje al gemaakt. De hele bol is 40.000 km de helft is dus 20.000 km delen we dus 20.000Km door 180° de helft van de bol dan komen we weer op 111,111111. Delen we dit weer door zestig dan komen we op 1,852 of wel één hazenmijl zoals de hazen lopen. Denk er wel om dat je dus de afstand altijd meet van het Noorden naar het zuiden, of te wel de staande rand van de schil als je die op tafel zet. De haas geeft de vier partjes van de sinaasappel aan Wendy. Wendy dit kan je veel makkelijke mee nemen. Wendy pakte de vier schilletjes dankbaar aan van de haas, dit voelde veel beter in de zak van haar toch al strakke broek. De haas geeft de geschilde sinaasappel aan Wendy, die moet je opeten dan zit de kennis van de sinaasappel voortaan diep in jezelf. Zo leren we het hier ook kleine hazen.
Nu moet ik toch echt eerst maatregelen nemen zegt de haas. Hij pakt een soort super megafoon uit zijn binnenzak en roept alle hazen klaarmaken voor evacuatie. Het klinkt rond over de gehele sinaasappel. We gaan snel verder Wendy, hoe lager we zijn hoe makkelijker de sprong. De wind is ook sterker geworden. Met grote snelheid reizen ze richting de zuidpool. Opeens lijkt het wel op een enorme aardbeving. De sinaasappel lijkt in al zijn geledingen te schudden. Uit de schil komt de sterke reuk van de etherisch olie die in de schil zit. Het schudden en de wind wordt sterker. Nu pas ziet Wendy dat ze niet meer alleen zijn, er zijn vele hazen, vaders, moeders en nog meer hazenkinderen die met ze mee reizen.
De wind neemt toe en het schudden neemt toe, nog erger dan de ergste aardbeving. Zo snel als ze kunnen spoeden alle hazen en Wendy zich naar het zuiden om de sprong naar het nieuwe mogelijk te maken. Het lijkt wel of de etherisch olie uit de sinaasappel het steeds moeilijker maakt om te denken.
Ook worden je zintuigen verdoofd. Een gevaarlijke situatie bij deze spoed-evacuatie. Wendy voelt dat de wielen van haar skates het niet veel langer vol zullen houden bij deze snelheid. De assen zijn nu al rood gloeiend.
Dan is er de enorme knal, hemel en aarde lijken te vergaan. Wendy is bang, echt heel bang. Dan hoort ze de haas roepen Wendy springen nu, je hebt het geleerd nu weet je de weg. Vaarwel Wendy. Wendy springt, de snelheid neemt toe. Naast zich ziet ze een hele groep kleine en grote hazen de hele groep buigt af naar iets wat wel op een boom lijkt. Dan is er iets vreemds. De geur van sinaasappel wordt minder. Ze ruikt zee, gras en misschien ook schapen. In het avondlicht ziet ze Den Helder in de verte en onder zich ziet ze het kleine vliegveld. Er is geen mens te zien, de lichten zijn al uit. Ze trekt haar parachute open, een klein plofje als de pilotchute opengaat, dan een grotere plof en ze hangt stil in de lucht. Ze draait een rondje en geniet van het uitzicht. In de verte de Noordzee. In de TSS OFF Texel varen schepen. Dat is de snelweg voor grote schepen noordwestelijk van Texel. De Texelstroom met een paar jachten die met de opkomende vloed richting het Kornwerderzand varen. Als ze dichterbij komt ziet ze de uitgestorven luchthaven. De glinstering van de rode zon die schittert op een vliegtuigvleugel. De geur van het land, de Noordzee en de Waddenzee die samenkomen, het is als mosselen op een bedje van zeekraal. Ze maakt de beste landing die ze ooit heeft gemaakt. Als haar voeten de grond raken gaat ze licht door de knieën, ze vangt de parachute op die haast helemaal goed ligt om terug te gaan in de rugzak. Snel doet ze wat ze moet doen. Dan zet ze haar rugzak tegen het gebouw bij de luchthaven dat komt morgen wel weer.
Mijn maatjes zullen wel ongerust zijn. Snel pakt ze haar mobiel maar die is helemaal leeg. Dan maar lopen. Ze moet naar De koog. De zon gaat haast onder in het westen. De richting naar de koog is zuidzuidwest Dus moet zij de zon op haar rechterwang houden. Nu wijst de zon, dankzij de haas, haar de weg. Ze neem geen eens de moeite om de gebaande paden te nemen maar in één lijn loopt ze met behulp van de zon naar de Koog. Het compenseren van de beenlengte is al een vaste gewoonte waar ze niet meer over hoeft na te denken. Naaste de zon is het ruisen van de zee een goede gids. Zo blijkt de natuur vol te zitten met aanwijzingen een boom die aan de noordzijde net een tikkeltje groener is. Met de gps in je hand heb je geen weet meer van deze zaken. Het richtingbewustzijn is een spier die in onze moderne samenleving aan het verslappen is en als we niet oppassen helemaal zal verdwijnen. Het maakt niet uit of je op het land bent of op zee, er zijn als je de spier traint en blijft gebruiken altijd aanwijzingen die je de weg wijzen.
Als de zon net als een enorme oranje bal achter de duinen verdwijnt loopt ze haar stamkroeg binnen.
Haar vrienden zitten met diep gebogen schouders met de rug naar haar toe achter de bar. Ze ruikt de vertrouwende geur van haar kroeg. Ze heeft dorst gekregen van de wandeling, ze heeft zin in een heerlijk glas koud sinaasappelsap. Op haar schouder ligt een witte glanzende haar.
Met heel veel dank voor alle hulp die ik van al mijn vrienden heb gekregen.